Costa Rica
Wij zijn op onze laatste vakantiebestemming nabij San Jose (hoofdstad) aangekomen en morgenvroeg om 5 uur vertrekken wij richting New York. Daarna vliegen wij door naar Amsterdam om daar zaterdagochtend om 11:00 uur te arriveren en de 'draad van het gewone leven in Nederland weer op te pakken''.
Terugkijkend is ons verblijf in Costa Rica omgevlogen. Wij hebben Costa Rica leren kennen als een klein democratisch land (dat veel groter lijkt dan het in werkelijkheid is), vreedzaam (Costa Rica heeft zelfs geen leger) met een ontwikkelingsniveau dat mensen die er voor het eerst komen steeds weer verrast. In dat opzicht is het zeker geen derdewereldland. De cliches en typische kenmerken van andere Latijns-Amerikaanse landen gaan hier zeker niet op. Het land heeft een ongelooflijke natuurlijke schoonheid en bestaat voor ongeveer een kwart uit nationale parken en natuurgebieden. Hier leven ongeveer 6 procent van alle dieren op aarde. Het is dan ook net een dierentuin, maar dan zonder een omheining. Moeilijk vonden wij het wel om dieren te spotten. Je bent dichtbij een dier, maar je ziet het vrijwel niet. Locale gidsen leren je de dieren op te sporen en je aan te geven waar je op moet letten. Wij hebben veel gewandeld in de dichte oerwouden en actieve vulkanen en de ongerepte stranden bezocht.
De Tico's zijn zeer vriendelijk en behulpzaam. Iedere keer als wij even niet wisten waar wij met onze auto waren (en welke kant wij opmoesten), werden wij vriendelijk geholpen. Met een paar woorden Spaans gaat hier een wereld voor je open.
Het eten vonden wij perfect en de hygiene was goed.
Het was een avontuurlijke en actieve vakantie, die wij niet snel zullen vergeten. Costa Rica is tot een van onze favorieten gaan behoren. Wij willen iedereen bedanken voor de leuke reacties.
Tot ziens in Nederland en Pura Vida
Manuel Antonio
Spreek je over tropische stranden, dan heb je het over Manuel Antonio. Daar verblijven wij thans drie dagenom van het strand te genieten. In dit kleinste nationaal park van Costa Rica groeien de regenwouden tot op het strand. Apen slingeren door de takken en grote, zwarte leguanen, liggen opof rennen over het hete zand. Het water is blauw, helder en koel.
Het meest in het oog springende landschapskenmerk van het park is Punta Catedral. In het verleden was dit een klein eilandje voor de kust dat door ophoping en sedimentatie van zand werd verbonden met de vaste wal. Het aangroeien van een eiland is een geologisch bekend (maar zeldzaam) verschijnsel en een op deze manier ontstane landbrug heet tombolo. Op de tombolo van Manuel Antonio is inmiddels een bos ontstaan en aan de randen liggen twee befaamde witte zandstranden. De dierenwereld is buitengewoon rijk en gavarieerd. Zo hebben wij heden veel luiaards (twee en drietenig) gezien, gordeldieren, en veel (water)vogels, waaronder een bijzondere spechten een groot aantal leguanen.
Een (zeer brutale) agouti (lijkt op een wasbeertje met een lange staart) kwam opeens het zandstrand op en probeerde er met ons eten vandoor te gaan. Daar ook een zak chips inonze rugzakzat, was Myrthe niet van plan deze zo maar af te geven en zij probeerde het dier te verdrijven.Dit lukte uiteindelijk en de agouti ging naar onze (strand)buren.Zij hadden minder geluk en voor zij het wisten was de agouti er met een zak vandoor waarin ook chips zat. Deze chips zat hijin het bos op te eten. Afpakken heeft dan weinig effect, want dan laat hij zijn tanden zien.
In de middag zijn Ron, Myrthe, Jesse en Lotte naar het tweede zandstrand gelopen, althans dat was de bedoeling! De weg was langer dan verwacht (achteraf bleek dat wij ons verlopen hadden en dat dit strand wel dichtbij lag) en voor wij het wisten zaten wij midden in de jungle met onze slippertjes en zwembroeken en bikini's. De ''hikers'' in de jungle, keken ons erg vreemd aan, gezien onze uitrusting. Na een uur lopen, gingen ook nog eens de slippers van Ron en Jesse kapot. Het laatste half uur moesten zij op blote voeten door de jungle lopen, waardoor zij tot in de enkels in de modder liepen. Uiteindelijk konden wij er wel om lachen, maar wij waren toch wel blij toen we weermet de modder tussen de tenen het strand bereikte (waar Monique was blijven liggen).
Morgen gaan wij van onze laatste stranddag genieten en dan op naar de hoofdstad, waar wij nog een dag zijn, alvorens aan de terugtocht naar Nederland te beginnen.
Boruca indianen
De laatste drie dagen zijn wij verder naar het zuiden gereisd.
Onze eerste bestemming was de Rio Tico Safari Lodge (zie: www.riotico.com). Werkelijk een schitterende bestemming, waar wij in safaritenten hebben overnacht, hoog boven (vrijwel het begin van) de rivier.Het water in de rivier was glashelder.
Op de heenweg naar deze bestemming moesten wij wederom over een zeer slechte weg, vol met kuilen. Op een aantal plaatsen was de weg, dooreen zeer zware regenbui, aan de zijkant weggespoeld en ingestort. Op een gegeven moment lag er zelfs een (niet al te grote) boom over de weg en konden wij niet meer verder rijden. Uiteindelijk hebben wij de boom met zijn vijven kunnen verwijderen (op dat moment kwam ook een 'local' met een zaag) en konden wij onze weg vervolgen. Myrthe, Jesse en Lotte konden nogtuben op de rivier, al was de stroming wel heel sterk.Verder lekker in de hangmat gehangen en lekker ''chillen''. In de avond hebben wij bij een local gegeten, die slechts twee keuzes had (kip of vis). Je kon eerst in de rivier vissen en je eigen vis vangen. Het eten was overigens voortreffelijk.
In de ochtend werden wij gewekt door brulapen (rond 5 uur) en je kon in de rivier, die vrijwel naast de tent stroomde, een heerlijke ochtendduik nemen. Dit verblijf werd gerund door een Nederlands echtpaar met twee kinderen. Zij hadden besloten ons land te verruilen en hun heil in Costa Rica te zoeken. Volgens ons geen verkeerder keuze. Overigens kregen wij hier heerlijke Nederlandse (Oma's) pannenkoeken als ontbijt. Dat is weer eens iets anders dan het traditionele ontbijt, Gallo Pinto, bestaande uit rijst met bruine bonen en gebakken banaan.
Verder zijn naar de Boruca Indianen gereden. Op de weg daarheenhield - de zeer slechte - weg opeens op en de brug (althans wat daar op leek) lag een aantal meters lager in de rivier.Uiteindelijk konden wij via een stukje landvan een 'local' onze reis vervolgen (nadat1 euro 'tol' was betaald).
Boruca is een dorp met 2000 inwoners. Men leeft er van de landbouw entegenwoordig van houtsnijwerk en geweven stoffen. Het houtsnijwerk is eenaantal jaren geleden nieuw leven ingeblazen, door Don Ismael, de beste houtsnijder van het dorp. Wij konden hem helaas niet bezoeken, omdat hij zeer ziek is. Wij kregeneerst uitlegover het weven en kleuren van stoffen en daarna over de betekenis en het het maken van de maskers, waarom dit dorp bekend staat. De maskers stellen duivels voor, die gebruikt worden tijdens het duivelsfeest (aan het begin van het nieuwe jaar). Dit feest heet ''Fiesta de los Diablitos''. De jonge mannen in het dorp dossen zich dan uit in jutten zakken en een duivelsmasker. Zij vechten tegen andere jonge mannen, verkleed als stier (die de Spanjaarden voorstellen). De eerste dagis de stier aan de winnenede hand en worden de duiveltjes verdreven, doch op de tweede dag zijn de rollen omgedraaid en wordt de stier uiteindelijk verbrand.De duivels heten zo, omdat zij de indianen voorstellen, die niet gedoopt zijn. Volgens de Spanjaarden waren zij heidenen, ofwel duivels. Nu hebben zij deze naam als een soort geuzenaam aangenomen.
Bij hetbegin van het feest roept de dorpsoudste het hele dorp bij elkaar, door te roepen in een grote schelp. Deze dorpsoudste was zo vriendelijk om ons te woord te staan en alles uit te leggen. Hij blies in de schelp, waarmee hij het dorp normaal gesproken bij elkaar roept.Als iedereen er is, begint het feest.
In dit dorp wil men de traditie nog in ere houden, door in de oorspronkelijke woningen te blijven wonen. Helaas is een aantal indianen niet deze mening toegedaan en zij bouwen modernere woningen.
Op het eind van ons verblijf kregen wij eten aangeboden in grote bananenbladeren. Traditiegetrouw moesten ook wij met onze handen eten. Dit was niet altijd even gemakkelijk, omdat het eten door onze vingers glipte. Het eten smaakte overigens goed.
Dominical
Vanuit Monteverde zijn wij naar het Zuiden van Costa Rica gereden. Voordat wij vertrokken hebben wij in ons verblijf in Monteverde nog een paar foto´s gemaakt, die mediovolgende week worden geplaatst (www.vallecampanas.com).
Het was een lange rit van bijna5 uur naar Dominical. Onderweg zijn wij gestopt om in een bepaald gebied krokodillen te spotten. Wij hebben een zevental grote krokodillen gezien, die zeer actief waren. Ze kregen hun prooi (gieren) echter (of misschen wel jammer genoeg) niet te pakken.
Het dorp Dominicalmaakt een rommelige, maar zeer gezellige indruk, met een paar trendy restaurants en winkels. Het heeft een bruin zandstrand en een goede branding om te surfen. Er zijn wel gevaarlijke zeestromingen, dus we moesten oppassen met zwemmen.
Wij sliepen wederom op een mooie hacienda. De eigenaar van de hacienda begon in 1972 als veefokker, maar werd gaandeweg gefascineerd door de natuurlijke omgeving en besloot de landerijen in oorspronkelijk staat terug te brengen. Nu bestaat het terrein weer voor 95% uit jungle. Deze hacienda staat inmiddels ver buiten Costa Rica bekend als goed voorbeeld van ecologisch ondernemerschap.
Naast de hacienda hebben wij een ochtendwandeling gemaakt doorhet mangrovebos. Mangroven zijn - eenvoudig gezegd - planten die in zout water kunnen leven en komen voor in gebieden die onder invloed staan van de getijden. Zij kennen een rijk dierenleven.
In de middag zijn wij naar het Parque Nacional Marino Balleno gegaan. Een van de kleinste parken van Costa Rica. Dit gebieddient ter bescherming van een stuk zee met een oppervlakte van 4.500 hectare.Tot het park behoren riffen, kliffen en de kustzone, die een belangrijke kraamkamer is voor veel zeedieren. Twee zandstranden ontmoeten elkaar in de landtong, Punta Uvita, die bij eb droog ligt en voor rustig water zorgt, ideaal om de onderwaterwereld te verkennen. Je moet wel op tijd weg zijn, anders moet je behoorlijke stukken door de zee lopen (zoals wij zelf hebben ondervonden)
In dit park zijn wij een dag gaan varen op zoek naar de bultruggen, de grijze walvissen en dolfijnen. Met een lokale gids op een klein bootje gingen wij de zee op. In het begin hadden Monique, Myrthe en Jesse behoorlijk last van dehoge golven. Als eerste zagen wij een reuzeschildpad. Kort daarna zwommen veel dolfijnen met de boot mee. Dit was een leuke belevenis. Zij zwommen slechts een tweetal meters voor de boot. Ik begreep dat dit de mannetjes dolfijnen doen om onsuit de buurt van hun jongen te brengen. Of dit juist is, weet ik echter niet zeker, maar het klinkt wel aannemelijk. De bultrug en de grijze walvis hebben wij helaas van ruimereafstand gezien en dus niet van dichtbij. Deze walvissen komen vanaf de zuidpool aan zwemmen op weg naar het noorden. Voor de kust, waar wij waren, krijgen zij jongen. Een walvisjong kan slechts korte tijd onder water blijven en wordt door de moeder omhoog geduwd. Daardoor zijn deze walvissen normaal gesproken wel goed te zien. Maar, je kunt niet altijd het geluk aan je zijde hebben. Garantie op het zien van walvissen heb je natuurlijk niet. Het is immers geen dierentuin. Daarna zijn wij naar een eilandje gevaren, waar wij konden snorkelen.Daar hebben wij heel veel vogels gezien. Tot slot hebben wij een aantal grotten bekeken. Een grot was open en ke kon er door heen varen, maarer stond wel een zeer sterke stroming, dus wij gingen er van uit dat wij dat niet zouden doen. Voor wij het wisten, was degids de grot echter al in gevaren. Wij schrokken behoorlijk, gezien de sterke stroming. Degids zei dat hij dacht dater wel een kleine kans was dathet zou lukken. Gelukkig zei hij dit pas achteraf, al had hij het wel bij het rechte eind.
Jesse mocht van de gids het stuur van de boot overnemen en wij moeten zeggen dat hij dit goed deed.
Pura Vida!
Monteverde; de magie van mist en regenwoud
Net terug van drie dagen Monteverde, hetgeenin het Nederlands' groene berg' betekent. Dit gebied is ontdekt door een groepje Noord-Amerikaanse Quakers, een protestants religieuze groepering uit Alabama (VS)en wel rond 1951. Zij zijn melkkoeien gaan fokken en maken thans Costa Rica's beste kaas. Wij hebben een kijkje in de fabriek genomen, alwaar zij Goudse kaas, Engelse Cheddar en de Zwitserse Emmentaler produceren.
Vanwege de hoogte van 1500 meter schommelt de temparatuur in Monteverde tussen de 13 en 24 graden celsius. Lekker frisjes dus. Maar gedurende de dagen dat wij hier waren, waser volop zonneschijn en hebben wij weinig magie van de mist gezien.
De weg naar Monteverde is een echte uitdaging, maar zeker de moeite waard. Het is een oude grevelweg (modderpad), die overgaat in een onverharde weg vol met kuilen. Over 37 kilometer reden wij bijna 90 minuten. De Quakers zijn voorvechters voor natuurbehoud, vandaar dat zij de weg niet willen verbeteren. Dit kwestbare gebied moet immers niet overspoeld worden door toeristen. Achter in de auto werden Monique, Myrthe en Lotte flink door elkaar geschud en raakten zij zelfs eenmaal het dak met het hoofd.
Monteverde is een nevelwoud en er huist een breed scala aan vogels en andere wilde dieren, waaronder de beroemde Quetzal (Costa Rica' s mooiste vogel).
Aangekomen in Monteverde scheen de zon volop. Overdag en in de avond (want dan zijn de kikkers het meest actief) hebben wij veel (pijlkgif)kikkers gezien. Dit heeft een aantal mooie foto's opgeleverd (vooral in de nacht). Verder hebben wij een bezoek gebracht aan CASEM, een cooperatie van vrouwen, die handgemaakte souvenirs verkopen. Een deel van de opbrengst komt ten goede aan het nevelwoud. Voorts hebben wij de Humming Bird Garden bezocht, waar veel kolibri;s (zowel met kromme als met rechte snavel) vliegen. In de galerij hangen schitterende natuuropnamen van onder andere de gouden pad, de Quetzal en van kolibries.
Op de tweede dag hebben wij de adrenaline kicks van Monteverde bezocht. Beide zijn attracties, die ons meenamen tot boven de kroonlaag van het woud. De Sky Walk bestaat uiteen avontuurlijk traject van acht hangbruggen van elk ongeveer 250 meter lang. Je loopt dus door de 40 meter hoge boomkruinen van het primaire woud.Het uitzicht was prachtig. In de middag de Canopy Tour. Dit is een echte adrenalinekick. Het is een soort ''tokkelbaan'', waarbij wij vastgehaakt, met hoge snelheidaan kabels door de bomen van platform naar platform gingen. Het waren in totaal 14 platforms, waarbij de langste kabel 1 kilometer lang was.Op het eind van deze tocht, de beruchte 'Tarzan Swing'. Vanuit grote hoogte aan een soort 'liaan' als Tarzan door het woud zweven. De zenuwen gierden nog lange tijd doorons lijf. Uiteindelijk zijn wij alle vijf gegaan en de beelden op de video spreken boekdelen.
Monteverde staat ook bekend om zijn kunstenaarsgemeenschap. Erzijn veel natuurschilders, beeldhouwers en textielkunstenaars. Erg opvallend was een schilderij van onze bondscoach, Bert van Marwijk.
Verder hebben wij ook een wandeling gemaakt door het nevelwoud, met prachtigde vergezichten.In de avond hebben wij de nachtwandeling door het regenwoud gemaakt, waarbij wij wederom (onder andere) een zeer grote tarantula hebben gezien. Het is spannend om met een gids het nachtleven in het regenwoud te bekijken (het is echt aardedonker en je hoort veel geluiden) en op zoek te gaan naar dieren. Tot slot zijn wij ook veel te weten gekomen over vleermuizen (door een gids, die gespecialiseerd was in deze dieren) en hebben een groot aantal van deze dieren gezien.
Samara; idyllisch wit zandstrand met een rif voor de kust 22 en 23 juli
De surfcracks aan de Grote Oceaankust vertonen de meest halsbrekende stunts.
Tijd voor ons om dit eens te bekijken en om te proberen het surfen en Boogie Boarden een beetje onder de knie te krijgen (of beter gezegd om er eens kennis mee te maken). Om dit te leren, zijn wij twee dagen naar Samara gegaan.Samara is een gezellig klein plaatsje met een naar het zuiden gerichte, licht gebogen baai.Het heeft een schitterend zandstrand en een mooi rif om heerlijk te snorkelen. Voor de kust zwemmen bultruggen en grijze walvissen (die wij overigens nog niet gespot hebben) en als de zon onder is komen ook hier honderden reuzeschildpadden het strand op om hun eieren te leggen.Het fotograferen of filmenvan dit schouwspel is overigens ten strengste verboden(in geheel Costa Rica) en dat wordt streng gecontroleerd.
De golven in Samara zijn niet al te hoog, zodat dit een uitstekende plek is om het surfenen het Boogie Boarden te leren. Uit de bars op het strandklinkt muziek van Reggaesterren en op beeldschermen zijn surfvideo´s te zien in plaats van MTV.
De kinderenbegonnen na aankomst met hun les. De surfinstructeur, die een broer van Bob Marley kon zijn, geeft in de ochtend een tweetal uren les, hangt daarna lekker in de hangmat met een drankje en geniet van het strandleven en in de namidag (als de golven weer hoog zijn) geeft hij nog twee uur les. daarna gaat hij weer ´chillen´ in zijn hangmat. Geen verkeerde dagindeling.
Overigens de dagindeling van Ron en Monique was ook niet verkeerd. Lekker op het strand liggen en kijken naar de inspanningen van de kinderen. Samara was voor ons dus twee dagen heerlijk relaxen op een prachtig strand met een drankje bij een van de barretjes op het strand en zeer goed eten. Dit ter voorbereiding op onze tocht morgen naar het nevelwoud van Monteverde.
Na een paar uur les werden de golven overigens al aardig door Myrthe, Lotte en Jesse bedwongen.
Tot slot: Hace muchisimo calor(het is hier heel warm).
Rincon de la Vieja
Twee dagen hebben wij uitgetrokken om dit gebied met veel vulkanische activiteit te bekijken. Rincon de la Vieja is borrelende modder, het sissen van ontsnappende zwaveldampen, kokende meertjes, donderende modderpotten en warme beekjes. Het geheel heeft een sprookjesachtig karakter door opstijgende mistflarden en het voortdurend gepruttel, gesis en gebonk van de aarde. Rincon is ook een samensmelting van vulkanen, waarvan nog een vulkaan voortdurend actief is.
De naam van het park en van de vulkaan Rincon de la Vieja verwijst naar de legende van de oude vrouw, die ooit op de hellingen zou hebben gewoond. Haar huis werd ´´het hoekje van de oude vrouw´´ genoemd, dat is kort vertaald´´ Rincon de la Vieja´´.
Wij sliepen twee dagen op een echte hacienda.In dit gebied bevinden zich veel hacienda´s en veeboerderijen en ook de ´´sabanero´´ - de Costaricaanse versie van de cowboy - ontbreekt hier niet. Veel mannen in cowboykleding met leeren hoed zie je hier te paard. De uitstraling vanons complex is moeilijk onder woorden te brengen. Je zou hier eigenlijk een avondje moeten doorbrengen om de sfeer te proeven. In de avond maakt de eigenaar voor al zijn gasten (ongeveer 15) typisch Costericaans eten en vervolgens eten wij allemaal aan een lange tafel met een geweldig uitzicht.
De eerste dag hebben wij bij een mooie waterval gezwommen.
De tweede dag hebben wij een wandeling door het nationale park gemaakt, langs de warmwaterbronnen, geisers, zwavelbronnen, warme modderbaden en kratermeren.Het stonk inderdaad vreselijk naar rotte eieren. De kinderen zijn in de middag per paard naar de rivier Colorado gegaan om te ´´tuben´´, dat is met een grote band een zeer snelle rivier af drijven. Zij vonden dit ´´kicken´´. Myrthe viel bij de eerste waterval al om. Zij kwam helaas niet helemaal ongeschonden uit de strijd.De schade bleef gelukkig tot schaafwonden beperkt.
Toen wij in de auto terugreden naar ons verblijf, kwamen wij opeens voor een vrij brede rivier. Ron wilde de rivier niet oversteken en draaien, gezien de snelstromende rivier, maar Monique stelde voor om vol gas door te rijden.Zij wilde het stuur wel overnemen. Nadat een ´´local´´ ons had laten zien hoe deze rivier per auto doorkruist moest worden, volgden wij zijn voorbeeld. En dat was zeer rustig aan. Wij zijn heelhuids aan de overkant gekomen, doch wijreden wel heel diep door het water.
Arenal vulkaan
Twee dagen hebben wij uitgetrokken om de Arenal Vulkaan te bekijken. De Arenal vulkaan is een van de mooiste vulkanen van Centraal Amerika. Bijzonder aan deze vulkaan is dat hij constant actief is. Bij helder weer - en dat geluk hadden wij de eerste dag - is de krater goed te zien, waaruit de gasdampen komen. Deze vulkaan voldoet volmaakt aan het beeld dat mensen van een vulkaan hebben: kegelvormig en abrupt oprijzend boven de vegetatie van de omringende vlakte. Wij konden de giftige dampen uit de krater goed waarnemen. Normaal gesproken worden bij duisternis de roodgloeiende lavabrokken de lucht in geslingerd en boldert de vulkaan geregeld. Dit schouwspel is helaas al een tijdje niet meer gaande.
De vulkaan Arenal levert warm water en heilzame mineralen aan de Baldi Hot Springs. Na alle inspanningen hebben wij dan ook een dagje uitgerust in dit resort. Lekker 'chillen' in luxe. De hot springs (www.baldihotsprings.cr) hebben 25 baden tussen de 32 en 67 graden celsius, drie koude baden en een jacuzzi. Verder is er een mooie tropische tuin. Het bad van 65 graden was voor ons niet te doen.
In de vroege avond besloten wij terug te gaan naar onze ranch, waar wij sliepen. Wij dachten dat 30 minuten door het regenwoud rijden in het donker wel goed te doen zou zijn, zeker nu wij deze route al twee keer hadden gereden. De praktijk wees echter uit dat in het aardedonker rijden door het regenwoud toch niet zo gemakkelijk is. Je ziet geen hand voor ogen. Het leuke van de rit (met een snelheid van 10 kilometer per uur) was wel de dieren die opgeschrikt door de lichten van de auto zichtbaar waren vooral veel vogels vlogen vlak voor onze auto.
Rancho Margot is een prachtig landgoed, letterlijk aan het eind van de weg (hobbelig pad in het regenwoud). Op Rancho Margot wordt alles volledig op biologische/organische wijze geproduceerd en wel voor de eigen keuken. Verder is hier een natuurlijk zwembad aangelegd. Via Yoga en meditatie kom je hier lekker tot rust. Klaar voor onze volgende locatie bij de grens met Nicaragua.